Randonneurs Blog
Aankondigingen, verslagen en andere schrijfsels uit de randonneurswereld.
Aan de 'Pannekoeken'-BRM200 op zaterdag 11 oktober 2025 vanuit Bunnik deed een recordaantal van 137 fietsers mee. Eén van hen was Norbert Cuiper. Hij beschrijft zijn ervaringen.
De Ronde van Lombardije, Parijs-Tours en het WK wielrennen. Deze profwedstrijden sluiten het wielerseizoen op de weg af. Wat is voor Nederlandse wielertoeristen een alternatief voor de 'koers van de vallende bladeren'? Met die vraag in mijn hoofd zocht ik naar een leuke afsluiter van het toerseizoen. Op de kalender van Fietssport.nl viel mijn oog op de BRM200 vanuit Bunnik. Een toertocht over 200 km met drie ingrediënten die beginnen met de letter P: pontjes, de Posbank en pannenkoekrestaurants.
Drie van mijn fietsmaten willen ook meedoen, blijkt als ik de tocht aan ze voorstel. We spreken af om zeven uur 's ochtends met de auto te vertrekken vanuit Hoorn. Als we een uur en een kwartier later aankomen bij de Stayokay in Bunnik zie ik al enkele bekenden, zoals Arjan Hulsebos en Gert Jan Schilder. Voor de start is het een drukte van belang: er doen maar liefst 137 fietsers mee. Ieder krijgt een brevetkaartje en bonnetjes voor de overtochten met de pont. En een gratis kop koffie. Netjes geregeld.
Geen haast
"Dit brevet is er een voor de randonneur zonder haast," zegt organisator Ivan Soenario. Hij wijst op de vier pontjes in de route, waarvan maar liefst drie in de eerste 45 km. Het Beusichemse veer doemt op na 17 km. Het pontje bij Tiel zit op 35 km, de pont bij Oijen op 44 km. Volgens Ivan zorgen de veerboten voor 'oponthoud'. "Het zou mooi zijn als het peloton zo snel mogelijk na de start in kleine groepen verdeeld raakt," zegt hij. Snelle fietsers zien dit echter als uitnodiging om vanaf het begin gas te geven, vermoed ik.
Mijn vermoeden blijkt juist. Na de start stipt om negen uur sprinten renners naar voren, maar bij de eerste kruising moeten ze vol in de remmen om voorrang te geven aan passerende auto's. Daarna schiet de groep weer in gang. Met zo'n 35 km/h rijden we naar de eerste pont. Voor Stephan van Hienen gaat het niet snel genoeg. Hij passeert de eerste groep en rijdt in enkele minuten uit ons gezichtsveld. We zien hem terug op de pont, die gelukkig op ons wacht en ons naar de andere kant van de Lek brengt.
Omleiding
Hetzelfde scenario herhaalt zich richting de tweede pont. In Tiel moeten we omrijden vanwege een wegopbreking. Gelukkig loodst deelnemer en Marmotte-rijder Marcio Bouchat Albernaz uit Tiel ons via de omleidingsroute door een woonwijk in de juiste richting. Als we bij de Waal aankomen staan de snelste fietsers al te wachten op de pont, die aan komt varen. Het duurt circa tien minuten voordat we aan de overkant zijn. Het is een welkome pauze om even iets te eten. Ik neem een Snelle Jelle.
Op de pont staat ook BRM-rijder Engbert Jongsma uit Drachten. Hij heeft zich vanochtend verslapen en is zonder ontbijt naar Bunnik igereden om op tijd te kunnen starten. In alle haast is hij vergeten om eten voor onderweg mee te nemen. Hij moet eigenlijk naar de supermarkt, maar wil bij de snelle groep blijven. Ik geef hem een energiereep en een krentenbol. In mijn heuptas heb ik nog reepjes, broodjes en een banaan. Bovendien ben ik van plan om onderweg een pannenkoek te eten. Dat moet bij elkaar genoeg zijn om 200 km te rijden.
Eerste controle
Het is ideaal weer: droog, bewolkt, bijna windstil en niet koud, tussen 13 en 16 graden. In rechte lijn gaat het naar de pont bij Oijen, die ons de Maas overzet. We rijden langs Brabantse dorpen als Haren, Huisseling en Herpen, waarna we stoppen bij het eerste controlepunt, pannenkoekenrestaurant Den Tol. Ik wil hier koffiedrinken, maar helaas is het restaurant nog dicht. We maken een selfie en rijden door. Na Grave nemen we de brug over de Maas en rijden we langs het Maas-Waalkanaal naar Nijmegen.
Ik rij naast Igor Zakharov uit Antwerpen die al meer BRM's heeft gereden. Hij wil op de Waalkade in Nijmegen stoppen voor een kop koffie. Te duur, zegt een ander. Ik twijfel, maar besluit om bij de groep te blijven. In Nijwegen is het druk. Op de Waalkade is het kermis en moeten we zigzaggen langs wandelaars. Daarna klimmen we naar de brug over de Waal en dalen we af naar de dijk richting Bemmel. Zonder Igor, die in Nijmegen achterblijft om koffie te drinken. Hij rijdt daarna 40 km solo om ons bij te halen.
Temporiseren
Engbert is nog wel bij ons. Ik spreek hem op het Looveer, de pont over de Nederrijn bij Huissen. Hij heeft de eerste 105 km met de snelle groep gereden, maar dat heeft hem veel kracht gekost. Hij bedankt me voor de energiereep en krentenbol. "Die hebben goed geholpen. Nu moet ik echt temporiseren," zegt Engbert. De laatste 50 km is het afzien voor Engbert. Hij moet onderweg twee keer stoppen om te pauzeren. Toch rijdt hij de rit uit in een tijd van 8h20. Dat is een nette tijd voor een BRM200 met vier pontjes.
Ook ik begin halverwege mijn benen te voelen. Op de Posbank word ik ingehaald door anderen uit de eerste groep. Op de top vullen we onze bidons bij een watertappunt. Omdat er weinig druk zit op de leiding duurt het zo'n 10 minuten voordat we verder kunnen rijden. In de tussentijd passeren achterliggers ons, waaronder mijn fietsmaat. Hij is eerder dan ik bij het pannenkoekenrestaurant De Brugkabouter bij Brummensebrug, het tweede controlepunt. Ik zie daar dat circa de helft van onze groep doorrijdt.
Pannenkoek
Ik voel me niet goed genoeg om direct door te rijden. Ik snak naar een pauze en bestel een pannenkoek met appel, rozijnen en kaneel. De pannenkoek komt na 135 km als geroepen. Na het eten voel ik me een stuk beter. Ik sluit weer aan bij het restant van onze groep om de laatste 75 km af te leggen. Ook Igor sluit aan en filmt ons al fietsende met de Insta360, een action cam die met een magneet is vast te klikken op een shirt. De beelden zet hij in een filmpje op Instagram.
We rijden naar het westen, door de Veluwe, over smalle fietspaden door het bos. Ik rij op kop zodat ik het tempo kan bepalen. Als Igor overneemt vraag ik hem om niet te versnellen. Stephan kan er wel om lachen. Hij heeft overschot, dat is duidelijk te zien. Als hij terug is in Bunnik rijdt hij met een omweg weer naar huis in Assendelft. Daardoor komt hij uit op een dagafstand van 380 km. Er zijn weinig fietsers die hem dit nadoen. Degene die hierbij in de buurt komt is Herman van Soest. Hij fietst na de finish in Bunnik terug naar zijn huis in het Belgisch-Limburgse Pelt en komt daarmee uit op 360 km.
Laatste stuk
Het laatste stuk is vlak, maar we moeten nog wel goed opletten bij drukke kruisingen en rotondes in de dorpen, zoals Scherpenzeel, Woudenberg en Renswoude. Ik ben niet zo scherp meer, maar probeer wel alert te blijven op automobilisten die ons niet of te laat zien. Elkaar waarschuwen, tijdig afremmen en goed blijven kijken, want het gevaar zit in een klein hoekje. In Zeist zorgt de laatste wegopbreking ervoor dat we door de berm moeten, maar ook dat gaat goed. De laatste kilometers niet gek meer doen. Het einde is in zicht.
Na 209 km is de finish bij het Stayokay in Bunnik. We feliciteren elkaar, zetten onze fietsen weg en lopen naar de uitschrijftafel. Ivan noteert mijn tijd: 7h42. Dat is een tijd waar ik trots op ben. Ik had niet verwacht dat we zo snel zouden zijn, zeker gezien het oponthoud bij de pontjes. De snelste deelnemers zijn Martin Dröll, Wout Jacobs, Mario Ketels en Benjamin van Vianen. Zij rijden een tijd van 7h04. Petje af mannen, maar volgende keer wel een pannenkoek eten! 😉
Snelste dames zijn Nathalie van Hoogeveen en Marthe van Maurik, beiden uit Utrecht. Zij rijden deze BRM200 in 7h47.
Laatste deelnemer is Rostyslav Demianchuk. Hij komt na 13h29 over de finish.
Bekijk BRM200 Bunnik 'Pannenkoekenrestaurants onverminderd populair'.
Bekijk het filmpje van de BRM200 door Gert Jan Schilder op Instagram.
Bedankt voor het organiseren van deze BRM200! Graag tot een volgende keer!
Voor degenen met ambities voor PBP 2027 is de prekwalificatie van belang: hoe langer het gereden brevet in 2026, hoe eerder je je mag inschrijven voor PBP 2027. Wij raden minimaal een 400 km-brevet aan, maar met een BRM1000 op je naam sta je als eerste in de rij. Ons 1000 km-brevet in juni 2026, met start vanuit Maastricht, is dan een goede keuze. Dit jaar met een
. Daarnaast bieden we nog vijf keer een 600 km-brevet aan en een late 400 km in oktober (ook vanuit Maastricht) voor de spijtoptanten.Voor het eerst sinds 2017 organiseren we weer een Flèche NL: de
, want bij een flèche fiets je als team van drie tot vijf fietsers. Dit team legt in 24 uur minimaal 360 km af. Het startpunt en de route bepalen zij zelf, maar iedereen finisht om 12:00 uur op Paaszondag (5 april) op hetzelfde punt (een nader te bepalen locatie in Zwolle in ons geval). De inschrijving gaat medio februari open, en .De komende tijd zal er meer informatie op onze website verschijnen. De volledige kalender is als volgt:
Datum | Afstand | Plaats |
---|---|---|
10-jan | 200 | Bunnik |
24-jan | 200 | Bergen (L) |
7-feb | 200 | Zwolle |
21-feb | 200 | Maastricht |
7-mrt | 200 | Valkenswaard |
21-mrt | 300 | Lemmer |
4-apr | Fleche | Zwolle |
11-apr | 300 | Landgraaf |
25-apr | 200 | Doetinchem |
2-mei | 600 | Groningen |
9-mei | 200 | Landgraaf |
16-mei | 300 | Alkmaar |
23-mei | 600 | Rotterdam |
30-mei | 300 | Boekelo |
6-jun | 200 | Valkenswaard |
13-jun | 400 | Amsterdam |
20-jun | 200 | Bunnik |
25-jun | 1000 | Maastricht |
4-jul | 600 | Boekelo |
11-jul | 400 | Wemeldinge |
18-jul | 200 | Landgraaf |
25-jul | 300 | Bergen (L) |
1-aug | 600 | Amsterdam |
8-aug | 200 | Bunnik |
15-aug | 300 | Maastricht |
22-aug | 400 | Landgraaf |
29-aug | 300 | Wemeldinge |
5-sep | 200 | Zuidlaren |
12-sep | 400 | Boekelo |
19-sep | 600 | Wemeldinge |
26-sep | 300 | Rotterdam |
9-okt | 400 | Maastricht |
31-okt | 200 | Venlo |
14-nov | 200 | Dronten |
28-nov | 200 | Wemeldinge |
12-dec | 200 | Amsterdam |
30-dec | 200 | Boekelo |
Het lijkt wel of alle randonneurs al tientallen jaren tochten maken van honderden kilometers, door dag en nacht. Maar eens is de eerste keer dat je in de nacht gaat fietsen, hoe pak je dat dan aan? En is het voor herhaling vatbaar?
Op 8 augustus fietste ik de Heuvelland tocht. Start in Wemeldinge, via Antwerpen en Gent richting de Frans-Belgische grens en 400 km later via Brugge en Breskens terug op Zuid-Bevelandse bodem. Start om 21:00, finish uiterlijk 27 uur later.
Ik fietste mee omdat het me een heel mooie tocht leek, door een deel van België waar ik niet vaak kom. Brugge? Prachtige stad maar nog nooit geweest. Het was in de zomer dus lang licht én hopelijk mooi weer. Tot slot leek het me uitdagend om in de nacht te fietsen, dat had ik immers nog nooit gedaan.
Uitdagingen: drinken, veiligheid en concentratie
Toen ik me had ingeschreven leken me drie dingen uitdagend. Ten eerste hoe je aan water komt als er geen winkels open zijn en in een land rijdt waar openbare waterspots zeldzamer zijn dan in Nederland. Ook heb ik wel even nagedacht of ik alleen of in een groepje wilde fietsen en tot slot hoe je voorkomt dat je op de fiets in slaap valt. Hoe behoud je je concentratie?
Voor de concentratie had ik vlak voor de start een cafeïnepil genomen. Of het door de pil kwam of doordat mijn concentratie door de inspanning continue goed bleek weet ik niet. In ieder geval: ik heb geen enkel moment last gehad van concentratieverlies. Die uitdaging bleek in de praktijk dus reuze mee te vallen.
Van te voren las ik dat wordt afgeraden om in de nacht solo te rijden. Ik had me daarom voorgenomen te zien of er andere rijders waren waar ik me bij aan kon sluiten. Dit bleek het geval. De eerste 150km heb ik in het gezelschap gereden van een heel snelle jongen uit Zoeterwoude, een zeer ervaren randonneur uit het oosten van het land en twee Vlaamse randonneurs. We hadden een heel lekker tempo te pakken dus de eerste uren vlogen voorbij. Ook is een beetje aanspraak wel zo gezellig. Toch besloot ik na 150km alleen verder te rijden. Het tempo lag me iets te hoog. Steeds bochten aansnijden alsof het licht is vond ik niet veilig genoeg. Ook was het intussen best fris geworden. Dus even gestopt om beenstukken aan te trekken en het groepje te laten rijden. De laatste 250km dus solo gereden en ik voelde me daar prima bij. Overigens waren de Vlaamse mannen nooit ver weg, ben hen onderweg meermaals tegengekomen. En de ervaren randonneur zag ik weer op de veerpont vanuit Breskens. Dus echt alleen ben je nooit.
Water vormde wel een uitdaging. Zonder camelbag en met "slechts" twee 1L bidons had ik vooraf berekend dat ik ongeveer elke twee uur even zou moeten stoppen om water bij te vullen. Via google maps en openbare data van watertappunten had ik wel een paar punten gevonden maar dit bleek volstrekt onvoldoende. Daarom had ik vooraf een paar plekken opgeschreven waar wellicht een kraantje te vinden zou kunnen zijn, zoals kerken en begraafplaatsen. In praktijk heb ik inderdaad bij één kerk kunnen bijvullen en daarnaast bij een watertappunt langs de schelde in Antwerpen. De derde keer bijvullen was al weer in Nederland bij de veerpont in Vlissingen.
Drie keer bijvullen betekent dus 8L water op een tocht van 400km. Normaal gesproken drink ik bijna het dubbele. Mijn grootste uitdaging bleek niet concentratie, veiligheid of water; wat me erg tegenviel was het kúnnen eten en drinken. Kwam dit omdat mijn spijsverteringsstelsel niet gewend is in de nacht te moeten werken? Of kwam dit doordat ik zakjes Maurten had meegenomen in plaats van isostar dat ik meestal heb? Ik denk zelf het eerste. Anyway: eten en drinken ging moeizaam en dat heb ik de dagen erna nog wel gemerkt. Hoewel ik helemaal niet intensief reed (gemiddelde hartslag 128bpm en gemiddeld/nominaal vermogen 178W/183W) en dergelijke afstand al eerder en intensiever reed, had ik behoorlijk spierpijn de dagen erna. Ik berekende dat ik ongeveer 3.500 calorieën heb ingenomen die nacht en er maar liefst 8.500 verbrand heb. Ik ben wel benieuwd of andere randonneurs het moeizame eten en drinken in de nacht herkennen en wat zij daar aan doen.
Conclusie, is nachtrijden leuk?
Ik vond het in de nacht rijden heel tof, het gaf een serene rust die je overdag niet ervaart. Het moment dat het rond 5:30 weer licht werd vond ik ook erg magisch en zeker voor herhaling vatbaar. Ook de route was heel mooi. Het ging continue langs kanalen en rivieren. Maar het niet kunnen eten en daardoor behoorlijk moe de dagen erna viel me wel een beetje tegen. Toch ga ik het zeker nog een keer proberen, tot de volgende!
Lennert Goemans